“Ik voel me rustig en blij” zegt Martin. “Dat komt door de wandeling door het park hiernaartoe. Ik word altijd rustig van bomen en buiten zijn.”
Zijn beide hakken zijn los van de grond, zijn rechtervoet wipt op en neer.
“Ik voel me rustig en blij” zegt Martin. “Dat komt door de wandeling door het park hiernaartoe. Ik word altijd rustig van bomen en buiten zijn.”
Zijn beide hakken zijn los van de grond, zijn rechtervoet wipt op en neer.
“Waar is het anders?
Welk deel van je lijf voelt wat prettiger?”
Petra kijkt me aan en is even stil.
“O, dat vraagt nooit iemand. We hebben het altijd alleen maar over mijn klachten.”
Ik had het kunnen weten, als ik naar de signalen vanuit mezelf en mijn omgeving had geluisterd.
Maar omdat ik vooral aan het ‘doen’ was, had ik geen tijd genomen om bij die signalen stil te staan.
En zo kwam het dat ik vanochtend klaar zat voor een balanssessie – en er niemand kwam.
Twee dagen was ik op Vlieland.
Omdat ik daar zin in had.
Wilde uitwaaien.
Bijkomen.
Brainstormen over nieuwe lezingen en workshops.
Als ik daar zin in had.
Ik was wel vaker een paar dagen weg. Voor werk of opleiding.
Maar niet eerder gewoon, omdat ik zin had.
Ongewoon, dus.
Smalle schouders
“Ik heb weer een aap op m’n schouder erbij”, zuchtte ze.
“Waarom kan ik nou nooit eens voor mezelf opkomen? Ik zeg nooit wat ik echt denk!”
Ik vroeg haar wanneer ze voor het laatst had gezegd wat ze echt dacht.
Ze haalde haar schouders op en keek naar haar schoen.
“Geen idee. Lang geleden. Misschien wel nooit.”
“Dan de laatste vraag: wilt u aangeven hoe gelukkig u bent?” vroeg de enquêteur. “U kunt kiezen uit zeer ongelukkig, ongelukkig, neutraal, gelukkig of zeer gelukkig”.
Ik was even stil.