Zit je nu te huilen?
Terwijl hij vertelde liepen er twee tranen over mijn wangen.
Hij stopte midden in een zin. “Zit je nu te huilen?”
Ik zei dat z’n verhaal me raakte.
Hij deed zijn mond open en weer dicht en keek me nog eens aan.
“Hoe is dat,” vroeg ik, “dat een ander mens wordt geraakt door jouw verhaal?”
“Raar. Onbekend.” zei hij.
Hij zuchtte en legde zijn hand op z’n maagstreek.
“Maar wel fijn. Ik krijg het er warm van.”