Gisteren werd ik moeder. Morgen gaat ze het huis uit.
Aan mijn rimpeltjes en haar jongvolwassen gezicht zie ik heus wel dat er meer dan twee dagen verstreken zijn.
Maar voor mijn gevoel duurden de jaren niet langer dan minuten.
Met onze focus op klok- en kalendertijd gaan we voorbij aan andere manieren om tijd te ervaren.
Als er sprake is van overweldigende gebeurtenissen, of trauma, wordt de beleving van tijd ingrijpend verstoord.
We zitten vast in een moment dat nooit voorbij lijkt te gaan, en blijven steken in het verleden.
Of we missen juist een deel van ons levensverhaal omdat een periode is verdwenen, of een kluwen van onsamenhangende fragmenten lijkt.
Als ik Paul vraag om ‘Paul 2010’ een plek te geven in de ruimte, zet hij die pal naast zich neer.
Ik vraag hem of hij beseft dat er tien jaar zit tussen hem en Paul uit 2010.
Hij kijkt opzij. “Zo voelt dat niet. Er zit een flinterdun membraan tussen toen en nu. Eén beweging en ik ben weer terug.”
Ik begin te begrijpen waarom een beetje irritatie zo’n impact heeft op Paul.
Hij heeft het gevoel dat hij zo weer terecht kan komen in situaties waarin hij zichzelf niet in de hand heeft.
Ik vraag Paul een tijdlijn te tekenen voor de jaren tussen 2010 en nu.
Zoekend naar momenten, naar woorden, en naar manieren om die te verbeelden op papier krijgt de periode van tien jaar steeds meer inhoud, nuances en verhaal.
En Paul steeds meer grip en houvast.
Mijn eigen verleden tijd had zich nog wel wat verder mogen uitstrekken in het nu.
Terwijl ik voor mijn dochter een fotoalbum maak vanaf haar geboorte, komen vele momenten langs.
En ik wens dat ik nog veel meer foto’s had gemaakt.
Zoals Frans Hofmeester deed van zijn dochter Lotte.