“Je oogspiertjes zijn helemaal verkrampt”, zei de opticien.
Ik zat al een half uur achter het meetapparaat terwijl mijn tranende ogen heen en weer flipperden tussen plus en min.
“Je hebt wel wat te lang gewacht”, zei ze.
“Het is moeilijk om een meting te doen, omdat je ogen te goed zijn geworden in het zich steeds aanpassen.”
Want dat is wat we doen: aanpassen als dat nodig is.
Of als dat ooit nodig is geweest.