Ik voelde me geBanksyd
Eenentwintig jaar was ik danseres.
Zeven jaar geleden stopte ik met lesgeven en optreden.
En nu besloot ik op te ruimen.
Ik ben niet goed in opruimen
Een deel van mezelf verdween met het oud papier.
Voor alle kleding, doeken, sjaals had ik een goede bestemming.
Dacht ik.
Ik bracht het naar een plek waar anderen ermee verder konden.
Ze zouden het met veel zorg behandelen.
Ik kreeg een mail en daarna buikpijn
“Wij vrezen dat de tas waar de kostuums in zaten per ongeluk is meegegaan met iemand die afval heeft opgehaald.”
Ik dacht aan de rokken die mijn moeder gemaakt had en ik zag mezelf en de musici weer op het podium van een klein theater.
Ik dacht aan de sjaal en aan de vriend die vertelde hoe iemand hem door de straten van Caïro had gegidst in ruil voor een fles sterke drank.
Aan het kostuum van stof die ik had meegenomen uit Londen, waardoor niets meer in mijn rugzak paste.
De jurk die ik had gekocht van Les Musiciens du Nil, waar ik de helft van af had gepingeld en waarschijnlijk nog steeds teveel voor had betaald.
En aan nog veel meer.
Foto samen met Osama Mileegi en Haytham Safia.
Afscheid nemen is terug- èn vooruitkijken
In eenentwintig jaar danseres zijn leerde ik dat het leuk kan zijn om alleen te reizen. Dat ik liever improviseer dan een vooropgezet plan uitvoer. Dat ik wel een plan kan maken en uitvoeren als het moet.
Dat je je wensen kunt waarmaken.
En dat je heel veel mensen blij kunt maken met het delen van je talent en liefde.
Ieder einde is een nieuw begin
Mijn kostuums zullen wel ergens in rafels liggen.
Ik sta niet meer in een dansstudio of op een podium.
Maar er zijn genoeg plekken om mijn liefde voor mensen, improvisatie en expressie te delen.
In Praktijk Lispeltuut, bijvoorbeeld.
Ik denk graag mee met jouw nieuwe begin.
Banksy versnipperde zijn eigen kunstwerk. Het werd minstens anderhalf maal zoveel waard.