“Ik kon weer geen woord uitbrengen”, zei Arjen.
Zijn schouders trokken een beetje samen.
Ik vroeg hem welke beweging er wilde ontstaan, en hij trok zijn schouders op en balde zijn vuisten.
“Wat merk je in deze houding?” vroeg ik.
Hij keek me aan en aan zijn blik merkte ik dat ik volop aanwezig moest blijven.
“Niets eigenlijk”, zei hij. “Bevroren.”
Het beeld dat bij hem opkwam was een zwart-wit poppetje zonder gezicht.
Hij zat doodstil terwijl hij het beschreef.
Ik vroeg hem wat hij aan het beeld zou willen veranderen om het prettiger te maken.
Hij trok zijn colbert uit en hing het over zijn stoelleuning.
Ik zag dat hij meer kleur kreeg en vroeg hem zijn fysieke sensaties te blijven volgen.
“Ik heb het ineens heel warm, ik voel stress, het suist in mijn hele lichaam”, zei hij.
Omdat zijn adem diep en rustig bleef, vroeg ik hoe hij wist dat dit stress was.
“Nou eh …. dat suizen en tintelen, dat is niet okee toch?”
Maar het was helemaal okee.
Levendigheid uit zich in de vorm van energie die ruimte geeft, expansie, creativiteit en speelsheid.
Terwijl stress juist vernauwend werkt en contractie geeft.
Als je voor het eerst na een lange tijd weer in contact komt met je eigen levendigheid, kan dat verwarrend zijn.
Toen Arjen zich bewust werd van de ruimte in zijn lijf, terwijl de tintelingen doorgingen, bleek zijn lach net zo breed als zijn, nu ontspannen, schouders.
In onderstaand filmpje neem ik je in een kwartier mee in een oefening om in contact te komen met jouw eigen levendigheid.