Niet te genieten
“Ik ben blij dat je weer naar háár toe gaat” had z’n vrouw gezegd.
Thuis vonden ze hem niet te genieten.
En na een sessie ging het tenminste weer een tijdje.
Paul zat wat in elkaar gezakt in de stoel.
Zijn gezicht stond strak en z’n ogen flitsten heen en weer terwijl hij vertelde dat hij zich vanaf het begin van zijn baan niet welkom voelde. Dat hij thuis snel boos en geïrriteerd was.
“Mijn kinderen herinneren me straks als een chagrijnige vent”, zei hij.
Daar-en-dan in hier-en-nu
Onze gevoeligheid voor bepaalde situaties in het hier-en-nu vindt zijn oorsprong in het daar-en-dan.
We nemen ons verleden en alles wat we geleerd en ervaren hebben mee in onze blik op de wereld.
Daarom kan de één lachen om een grapje waar de ander boos van wordt.
En krijgt de één energie van een feest en wordt de ander er moe van.
Daarover schreef ik eerder in dit blog.
Voor een kind is het onverdraaglijk om geen liefde, zorg, of aandacht te krijgen.
Omdat je als kind afhankelijk bent van je verzorgers, ga je je aanpassen.
Je leert welk gedrag je moet vertonen om gezien te worden, erbij te horen.
Ook als dat ten koste gaat van jezelf of je eigen wensen.
Ik vroeg me af welke boodschap Paul als kind had meegekregen.
Levensgenieter
Paul was altijd welkom geweest.
In zijn gezin van herkomst, bij vrienden, bij eerdere werkgevers.
Hij had ervan genoten.
“Eigenlijk was ik vroeger wel een levensgenieter” zei hij, en aan het eind van zijn zin klonk een vraagteken.
Hij had ook geleerd zich aan te passen.
En zo was hij gebleven op een werkplek die comfort bracht voor zijn gezin.
Waar hij zich niet welkom voelde.
Waar zijn energie niet tot uiting mocht komen, zodat die een uitweg zocht via boosheid en drift.
“Volgens mij heeft de levensgenieter in jou meer ruimte nodig” zei ik.
Die gedachte gaf hem een golf van warmte, en een tintelend gevoel in zijn benen.
Ready to go.
Op naar nieuwe, mooie herinneringen.
Kijk hoe deze vader dat doet: